Beelddenkers en taaldenkers
Beelddenkers op school verwerven en verwerken informatie vanuit het geheel, associatief, zintuiglijk en (meestal) met beeld: het visueel-ruimtelijk denksysteem. Als beelddenker denk je meer in plaatjes en bewegende beelden dan in woorden. Daarom wil je liever kijken dan luisteren. Je hebt goed ruimtelijk inzicht en je ziet het totale plaatje in één oogopslag. Daarom ontdek je razendsnel logische verbanden en begrijp je in een flits complexe processen. Je bent goed in creatief denken en je bedenkt originele oplossingen voor allerlei problemen.
In het Nederlandse onderwijs ligt het accent op de analyse, de details: het verbaal-sequentieel denksysteem, ook wel taaldenken genoemd. Lesstof wordt hierbij in kleine stukjes opgedeeld die geen relatie meer hebben met het geheel.
Taaldenkers denken in woorden, kunnen goed luisteren en dat dan onthouden. Ze letten op details en houden van vaste volgorde, rijtjes en regels. Ze kunnen moeiteloos huiswerk plannen en doen alles altijd op tijd! Precies waar beelddenkers op school moeite mee hebben…
Is school soms uitgevonden voor taaldenkers?!
Kinderen die moeite hebben met taaldenken, krijgen het moeilijk op school. Vooral bij het lezen, spellen, rekenen, automatiseren en organiseren/plannen. Niet omdat de lesstof te moeilijk is, maar omdat de manier van lesgeven en toetsen niet aansluit bij hun sterk visuele voorkeur. Er komt niet uit wat erin zit. Dit frustreert wat vaak leidt tot faalangst, gedrags- en motivatieproblemen.
Signalen dat het fout gaat:
- problemen met automatiseren van de tafels en de sommen tot 20;
- problemen met automatiseren van de letters/klanken;
- zwakke fonologie (het luisteren naar klanken/woorden);
- radend lezen (te snel aannemen wat er staat).
Hoogbegaafde beelddenkers ontwikkelen slimme maar vaak omslachtige eigen strategieën, waardoor alles goed lijkt te gaan zo lang ze genoeg tijd hebben om heel snel te denken. Op de middelbare school gaat het dan vaak alsnog fout…
Beelddenken is geen neurologische afwijking!
Beelddenken is een normale en veel voorkomende manier van denken. Iedereen wordt als beelddenker geboren. Rond het 4e jaar ontwikkelt ieder kind een voorkeur voor taal- of beelddenken. Deze voorkeur blijft het hele leven aanwezig en geldt voor zowel het korte- als het langetermijngeheugen.
Onderzoek in de VS heeft aangetoond dat 63% van de jongeren een voorkeur heeft voor het visuele leersysteem. Zo’n 33% van alle jongeren denkt vrijwel alleen maar visueel tegenover 25% jongeren die voornamelijk verbaal denkt.
Beelddenkers op school zijn dus niet dom of lui als zij niet goed kunnen meekomen. Wanneer vakken en vaardigheden zouden worden aangeleerd op een manier die rekening houdt hun visuele denkstijl (èn als ze er neurologisch rijp voor zijn) gaat het leren weer vlot, efficiënt en met plezier!